zaterdag 30 november 2013

Bubba en het visioen van de dorre beenderen



Een week of drie geleden liep Bubba, onze Engelse Bull ineens mank, heel erg mank, zo mank dat we met haar naar de dierenarts moesten. Deze trok aan de poot, rekte hem naar alle kanten en probeerde er de meest vreemde bewegingen mee te maken. ‘Waarschijnlijk flink gekneusd’ was de diagnose. We kregen pijnstillers mee en het advies terug te komen als het niet overging. Het ging wel over, gelukkig. Na weer een week echter besloot madame op een ongelukkige manier van de bank te springen en waren we weer bij af, nou eigenlijk zelfs een stuk onder af. Ze kon amper meer lopen, strompelde een stukje en viel dan omver, dus wederom een bezoek aan de dierenarts. Onze eigen dierenarts was op vakantie en we moesten dus naar een andere arts. Weer het geruk, getrek en gedraai en een opsomming van mogelijke oorzaken. Maar wilden we het zeker weten dan moesten er foto’s gemaakt worden. De uitslag was vernietigend: artrose in zeer ernstige mate in de schoudergewrichten, versleten ruggenwervels en halswervels en ook haar heupen waren niet goed.‘Tijd om afscheid te nemen’ zei meneer de dierenarts zonder blikken of blozen, ‘het is beter als u haar niet meer mee naar huis neemt, of u moet in wonderen geloven’. ‘Nou meneer de dierenarts, laat ik daar nou toevallig in geloven, dus ik neem mijn hond toch nog maar even mee naar huis’. Ik krijg haar mee op voorwaarde dat we haar vrijdag terugbrengen als het niet beter met haar gaat en dan toch echt afscheid van haar nemen.

Dit alles gebeurde dinsdag en mijn eerste reactie was huilen, huilen en nog eens huilen. Maar zoals altijd begon ik toch troost, hoop en houvast te zoeken in Gods Woord en op zulke momenten zoeven er altijd allerlei bijbelteksten door mijn hoofd. Verhalen, gelijkenissen, beloften, bemoedigingen en mogelijkheden. Ik moest steeds denken aan het verhaal van de van de vallei met de dorre beenderen. (Ezechiel 37:1-14). Het is zo’n gaaf verhaal, Ezechiel komt in een vallei die vol ligt met verdoogde beenderen. God geeft Ezechiel  de opdracht tegen deze beenderen te profeteren en alle beenderen komen opnieuw tot leven; ‘een zeer, zeer groot leger’ staat er. 
Zulke verhalen vind ik altijd zo geweldig en zo bemoedigend want God blijft altijd dezelfde en als Hij een leger botten tot leven kan brengen kan Hij die paar botjes van Bubba ook wel opnieuw tot leven wekken. Daarnaast staan er volop teksten in de Bijbel die zeggen dat we alles wat we vragen in Jezus naam zullen ontvangen en als we vragen zonder te twijfelen we ook zullen ontvangen en dat het gebeurt zoals we geloven, enz. enz.
Dit zijn het soort teksten die ik in dit soort situaties zo’n 1000 keer per dag zeg.....
en nou ben ik heus realistisch genoeg om te weten dat Bubba niet het eeuwige leven heeft hier op aarde, ze is 10 jaar en dat is echt al oud voor een Engelse Bull maar voorlopig loopt ze weer normaal, het strompelen is over en ze valt niet meer om, ze eet, ze drinkt, is vrolijk, kwispelt volop en komt meteen naar je toe elke keer als je naar haar kijkt, ‘dus meneer de dierenarts het afscheid stellen we nog maar even uit’.

Voor wie het verhaal van het visioen van de beenderen wil lezen:

Ezechiel 37:1-14 Het visioen van de beenderen.

1 De hand van de HEERE was op mij, en de HEERE bracht mij in de geest naar buiten en zette mij neer, midden in een vallei. Die lag vol beenderen.
2 Hij deed mij er aan alle kanten omheen gaan. En zie, er lagen er zeer veel op de grond van de vallei, en zie, ze waren zeer dor.
3 Hij zei tegen mij: Mensenkind, zullen deze beenderen tot leven komen? En ik zei: Heere HEERE, Ú weet het!
4 Toen zei Hij tegen mij: Profeteer tegen deze beenderen en zeg tegen hen: Dorre beenderen, hoor het woord van de HEERE.


5 Zo zegt de Heere HEERE tegen deze beenderen: Zie, Ik ga geest in u brengen en u zult tot leven komen.
6 Ik zal pezen op u leggen, vlees op u doen komen, een huid over u heen trekken, en geest in u geven, zodat u tot leven komt. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben.
7 Toen profeteerde ik zoals mij geboden was, en er ontstond een geluid zodra ik profeteerde, en zie, een gedruis! De beenderen kwamen bij elkaar, elk been bij het bijbehorende been.
8 En ik zag, en zie, er kwamen pezen op, er kwam vlees op en Hij trok er een huid overheen, maar er was geen geest in hen.
9 Hij zei tegen mij: Profeteer tegen de geest, profeteer, mensenkind! Zeg tegen de geest: Zo zegt de Heere HEERE: Geest, kom uit de vier windstreken en blaas in deze gedoden, zodat zij tot leven komen.
10 Ik profeteerde zoals Hij mij geboden had. Toen kwam de geest in hen en zij kwamen tot leven. Zij gingen op hun voeten staan, een zeer, zeer groot leger.


11 Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, deze beenderen zijn heel het huis van Israël. Zie, ze zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan, wij zijn afgesneden!
12 Profeteer daarom, en zeg tegen hen: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen, Mijn volk, en Ik zal u brengen in het land van Israël.
13 Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven open en als Ik u uit uw graven doe oprijzen, Mijn volk.
14 Ik zal Mijn Geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten. Dan zult u weten dat Ík, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE.