zaterdag 23 februari 2013

ZOUTVERVANGERS


Vanmorgen las ik Lukas 13 en 14. In Lukas 14 staat aan het eind het bekende gezegde over zout. ‘ Het zout is goed, maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het smakelijk gemaakt worden? Het is niet geschikt voor het land en ook niet voor de mesthoop: men gooit het weg.....’

Ik vroeg me dus af: Waardoor verliest zout zijn smaak? Kàn zout zijn smaak eigenlijk wel verliezen?
Google. Ik typ in: ‘Hoe verliest zout zijn smaak?’
Ik kwam heel wat over zout te weten en ook dat zout op zich nooit zijn smaak verliest. Zout verliest alleen zijn smaak als het een verbinding aangaat met een andere stof of vocht.
Gaaf hè?
Ik zag heel veel overeenkomsten tussen zout en ons, als volgelingen van Jezus die dat zout vertegenwoordigen.
Hier volgen de stukjes die me opvielen en troffen. Waar ‘zout’ staat zou je dus ook ‘volgelingen van Jezus’ in kunnen volgen, dan wordt het echt interessant.

Zout, in zijn pure vorm, is het enige voedsel wat nooit zijn smaak verliest. Zout is onsterfelijk en zout verleent zijn onsterfelijkheid aan alles waar het mee wordt vermengd.

Zout in vroeger tijden:
Zout is onmisbaar, iedereen heeft het nodig, het is niet zó zeldzaam en niet zo duur.
Iedereen heeft het Woord van God nodig en vroeger was geloven niet zo ‘zeldzaam’ als nu. Jezus zegt dat Gods Woord voor iedereen beschikbaar is.

Maar wie de zoutwerken beheerste, controleerde het land! En prinsen en prelaten hebben daar dan ook schandalig misbruik van gemaakt. Hier zie ik toch wel overeenkomsten met de Farizeeërs en schriftgeleerden en later helaas ook met andere gezagvoerders in de kerk. Wie kent niet de verhalen over meneer pastoor die bij de boeren langs ging en daar de beste stukken vlees meenam terwijl de boer een heel gezin te onderhouden had met, zoals meneer pastoor vertelde dat God graag wilde, zo veel mogelijk kinderen.

Er werd een zware zoutbelasting opgelegd, die zo onrechtvaardig was dat de prijs van het zout één van de belangrijkste oorzaken werd van de Franse revolutie. Ik denk dat de kerk van vroeger de religieuze regels zo zwaar maakte dat ze te zwaar werden om God nog te kunnen volgen.
Gandhi leidde in 1930 zijn volgelingen op om zelf zout te gaan oogsten, in overtreding van de Brits koloniale wet.
De mensen gaan zelf Bijbel lezen en Gods Woord ‘oogsten’ tegen de wil van de kerk in.

Vanaf 1850 stort de wereld van het zout in, er komen zoutvervangers, zout was ineens een goedkoop goedje. Zout was door nieuwe technieken zoals inblikken, de koel/vrieskast ook niet meer nodig om voedsel te bewaren.
We hebben God niet meer nodig, er zijn zoveel alternatieven die hetzelfde lijken te doen als het Woord van God......zoutvervangers.
Wat wel vreemd is, is dat het zout van vroeger niet slecht voor de gezondheid lijkt te zijn en geen hoge bloeddruk veroorzaakt. Vroeger aten de mensen wel tot 4 keer zoveel (puur) zout als wij nu eten aan zoutvervangers. Dat geeft toch ook te denken.

Volgelingen van Jezus zijn het zout der aarde (echt zout).
We doen niet zout, we zijn zout. Zout heeft smaak en geeft smaak. Als wij zout zijn geven we smaak aan iedereen waar we mee in aanraking komen.

En tot slot: zout kan zijn smaak alleen verliezen als het een verbinding aangaat met een andere stof of vocht. Op een andere manier verliest puur zout zijn smaak niet. 
Dus als we ons afvragen hoe wij onze passie voor Jezus kunnen verliezen, of met andere woorden; onze smaak verliezen, dan komt dat alleen doordat we een verbinding aangaan met een andere ‘God’ en ons teveel vermengen en laten beinvloeden door mensen die het totaal oneens zijn met Gods Woord.....Zoutvervangers.

2 opmerkingen:

  1. Dank je wel zeg. Wat een mooi, interessante maar ook leerzame blog. Vooral dat laatste stukje heeft me veel te zeggen.

    Fijne week verder!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou, ik ben het helemaal met Jedidja eens.
    Zie jij dingen die je teveel in beslag nemen,ook als zoutvervangers? (computer, sport enz.)
    Ben je al weer aan de herstellende hand?
    Lieve groet,
    Sjaan.

    BeantwoordenVerwijderen