zaterdag 23 juni 2012

TOCH WAAR



Psalm 30:6-7 

David zegt hier:’ In mijn onnozele overmoed dacht ik altijd dat mij nooit iets zou overkomen,
want Here, ik was door U gezegend.’
Dit is een denkwijze die een aantal van ons misschien ook  hebben ‘Ik heb God, dus mij overkomt niets’
De praktijk laat echter wel anders zien:’Ik heb God en toch overkomt me van alles’
Vervelend is dat. Ik dacht nou net een vrijkaartje voor onbeperkt geluk te hebben!
‘De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets’ Ik heb alles wat mijn hartje begeert..........’
Ja plus een heleboel wat mijn hartje helemaal niet begeert. Vroeger toen ik jong was en nog alleen de zorg voor mezelf had (en zelfs nog helemaal niet in God geloofde) dacht ik ook in mijn onnozele overmoed dat mij heel mijn leven nooit iets zou overkomen. Ik was de uitzondering op de regel en zou een vlekkeloos leven leiden. Maar niet heus. Het is een illusie te denken in een wereld als de onze te kunnen leven zonder ooit een enkele tegenslag
Wat geen illusie is, is dat de Heer je herder is en het je dus aan niets ontbreekt. Het ontbreekt je niet aan een schuilplaats, het ontbreekt je niet aan een trooster, het ontbreekt je niet aan een redder, aan een genezer, een vader, een raadgever, een oplossing. Hij laat je uitrusten, Hij wijst je de weg, Hij verfrist je innerlijk, Hij is dichtbij je, Hij bewaakt je en gaat de hele weg met je mee en Hij zegent je overvloedig. Je mag Zijn goedheid, liefde en trouw je hele leven ervaren. (Ps.23)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten