zondag 15 juli 2012

GOOD FOOD ONLY



Vandaag las ik weer eens Markus 5, het gedeelte waarin twee vrouwen genezen worden door Jezus: de bloedvloeiende vrouw en het dochtertje van Jaïrus. Dit hoofdstuk eindigt ermee dat Jezus het huis van Jaïrus verlaat en zegt dat ze het meisje iets te eten moeten geven.
Dat heb ik toch altijd zo’n raar einde gevonden en ook vandaag had ik dat weer, ‘Geef het meisje iets te eten’ 
Zou het niet zo kunnen zijn:
In al Jezus genezingen zie je dat geloof de cruciale rol speelt. Jezus benoemt het zelf ook steeds ‘Je geloof heeft je genezen’ Geloof je dat ik je kan genezen?’ ‘het gebeurt zoals je gelooft’ en als mensen dit bevestigend beantwoorden zegt Hij vaak ‘sta op’ of ‘ga naar de tempel en breng het passende offer’  o.d. Hij verbindt er in ieder geval meestal een opdracht aan die eigen verantwoording vereist. Hij zegt nooit: “Ik heb je genezen’, Hij zegt altijd ‘jouw geloof heeft je genezen’
De vrouw die al twaalf jaar bloedingen had bracht haar geloof in praktijk. Ze wist als ik Jezus kracht ontvang ben ik genezen. Om Zijn kracht te kunnen ontvangen moest ze Hem aanraken, contact met Hem hebben en dat deed ze, en ze was genezen. Jezus zegt tegen haar: ‘U bent genezen door uw geloof in Mij, ga met een gerust hart naar huis’
Jaïrus geloofde ook dat Jezus kracht zijn dochtertje kon genezen als Hij haar aanraakte.
Daarom gaat Hij Jezus halen en vraagt Hem mee te komen. Op weg naar zijn huis komen mensen hen tegemoet om te vertellen dat het dochtertje gestorven is en dat het geen zin meer heeft dat Jezus nog komt: Ongeloof. Jezus zegt tegen Jaïrus: ‘wees niet ongerust vertrouw op Mij’  Volgens mij zegt Jezus hier: ruil je geloof niet om voor ongeloof, want het is je geloof wat  zal genezen. Bij het huis aangekomen zijn de mensen aan het huilen en jammeren en Jezus zegt; ‘Waarom dat lawaai, waarom dat gehuil. Het kind is niet gestorven, het slaapt’  De mensen lachen Hem uit en geloven Hem niet: Ongeloof. Jezus stuurt de mensen weg. Jezus stuurt ongeloof weg, ongeloof maakt genezing onmogelijk.
Hij neemt de ouders mee naar boven, Jaïrus, de vader had wèl geloof. Hij zegt tegen het meisje: ‘Sta op meisje’ en het meisje is genezen. En dan als Jezus weggaat zegt Hij dus: En geef haar iets te eten’ Ik denk dat Jezus bedoelt: geef haar geloof, onderwijs haar in de waarheid. Eten geeft je kracht, voeding zorgt ervoor dat je blijft leven. Dit meisje bevindt zich tussen velen ongelovige mensen die niet geloven in de kracht van Jezus en ik denk dat Jezus dat bedoelt als Hij zegt ‘geef haar eten’ m.a.w. geef haar geloof.
Tegen de vrouw met de bloedingen  zegt Hij: ‘ga met een gerust hart naar huis‘, deze vrouw had geloof, ze was goed ‘gevoed’
Het gave is dat Jezus nu in ons woont en wij Hem dus ‘fulltime’ aan kunnen raken en contact met Hem kunnen hebben. Wij kunnen  dag en nacht gebruik maken van Zijn kracht als we geloven. Ons geloof in Zijn mogelijkheden doet wonderen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten